Er leek iets heel erg mis
Alleen zittend, starend naar de ingang van de kraamafdeling, leek dat moment oneindig lang te duren, alsof de tijd had stilgestaan. Er was een diepe rusteloosheid in me, iets dat verder ging dan de vreselijke gebeurtenissen die zich afspeelden. Overal om me heen haastten mensen zich langs elkaar heen, te druk om me op te merken of een tweede blik te gunnen. Het was alsof ik gevangen zat in een spiraal van onzekerheid, niet in staat om te ontsnappen of te begrijpen waarom Joyce zo’n wreedheid moest ondergaan.

Er leek iets heel erg mis
Gefluister en waarneembare glimlachen
Twee verpleegsters liepen me voorbij, fluisterend en glimlachend alsof ik onzichtbaar was. Hun uniformen schuurden zachtjes tegen elkaar, terwijl hun koude, ondoordringbare blikken door me heen priemden, geladen met een stille minachting. “Wat was dat?” vroeg ik mezelf, terwijl woede onder mijn huid kookte. Ik zweeg, wachtte met geforceerd geduld tot iemand ons eindelijk de antwoorden zou geven die we zo wanhopig nodig hadden. Hoe konden ze zo onverschillig doen, na alles wat Joyce had doorstaan?

Gefluister en waarneembare glimlachen